Vroeger heette het dat iemand ‘overspannen’ was. Daarna werd stress de grootste vijand van de werkende mens. En tegenwoordig zit menig werknemer thuis met een burn-out, ongetwijfeld dé stressziekte van deze tijd. Hoe herken je de symptomen van een burn-out? En vooral: hoe voorkom je dat je er zelf aan ten prooi valt?
Oorzaken van een burn-out
Een burn-out overvalt je niet zomaar. Het is je lichaam dat het signaal geeft dat het genoeg geweest is. Meestal gaat er een lange periode van stress en mentale overbelasting aan vooraf. Die stress kan door verschillende factoren veroorzaakt worden, afhankelijk van persoon tot persoon:
- Perfectionisme: Als je van jezelf alles altijd zo perfect mogelijk móét afwerken, zadel je jezelf op met een torenhoge en bovendien onrealistische werklast. Dat uit zich dan vaak in overuren kloppen en een onevenwichtige verdeling tussen werk- en privétijd.
- Overdreven verantwoordelijkheidsgevoel: Loyauteit tegenover je werkgever is mooi, maar stel grenzen aan je bereikbaarheid. Wanneer je de klok rond bereikbaar bent, zullen je baas en collega’s dat wellicht handig vinden, maar een gezonde situatie is het niet. Laat het werk je leven niet beheersen, en zet die smartphone ook eens een keertje uit.
- Waardenconflict: Heel wat mensen raken opgebrand omdat het werk dat ze doen niet strookt met de waarden die ze naleven. Werk dat geen voldoening schenkt, is de ideale ‘trigger’ voor een burn-out. Negatieve gedachten over het werk kunnen je leven gaan bepalen. Laat het niet zover komen.
- Gebrek aan controle: Geen controle hebben over de aard en indeling van je werk, is nefast voor de arbeidsvreugde. We presteren beter wanneer we onze eigen agenda en werkritme bepalen. Wie tegen zijn zin elke dag van negen tot vijf op kantoor doorbrengt, terwijl hij liever zijn kinderen van school afhaalt om 16u om ’s avonds nog enkele uren door te werken, zal het lastig hebben om gemotiveerd te blijven.
Hoe een burn-out voorkomen?
Gelukkig kun je zelf heel wat doen om de balans tussen werk en privé in evenwicht te houden, en zo een burn-out te voorkomen.
- Benoem wat je verwacht van je werk: Wat vind je belangrijk in het leven, en bijgevolg in je werk? Neem je graag verantwoordelijkheid op en ben je een geboren leider? Of sta je liever ten dienste van anderen? Liever een nine-to-five dan weekendwerk? Of toch maar een halftijdse job om daarnaast voor de kinderen te zorgen? Je werk neemt een groot deel van je tijd in beslag. Denk er dus goed over na en zorg dat je precies weet wat je wil.
- Zoek een creatieve uitlaatklep: Om de ‘werkknop’ in je hoofd om te draaien, helpt het als je een creatieve uitlaatklep hebt. Iets waarin je je uitleeft en dat je gedachten volledig in beslag neemt. De ene speelt graag toneel in zijn vrije tijd, de ander gaat een eindje joggen. Wat helpt jou om het werk even te vergeten?
- Neem tijd voor beweging en ontspanning: Altijd maar blijven doorgaan is de weg die recht naar een burn-out leidt. Neem regelmatig pauzes. Om te eten, te sporten, een babbeltje te slaan met een collega over het afgelopen weekend. Zo kom je tijdens de werkdag mentaal tot rust en heb je even bijgetankt om daarna weer met een fris hoofd verder te werken.
- Onderhoud je sociale contacten: Wie tot over zijn oren in het werk zit en het gevoel heeft dat niet langer aan te kunnen, is geneigd om dat voor zichzelf te houden. Terwijl je net het omgekeerde moet doen. Praat over je problemen, zoek steun bij vrienden en familie. Ga je sociale contacten niet uit de weg. Zo beland je minder snel in een negatieve gedachtenspiraal.
Een burn-out kun je op vele manieren voorkomen. Zorg voor jezelf, en wees alert voor de signalen van je lichaam. Alleen zo blijft de balans tussen werk en privé mooi in evenwicht.